"Kann ich als Flämin diesen Mann heiraten?" De plaats van de Vlaming in de nationaalsocialistische huwelijkspolitiek
Historisch onderzoek over de naziperiode heeft tot dusver weinig aandacht besteed aan het thema van het gemengde huwelijk. Nochtans stonden de dogma’s van raszuiverheid en de verbetering van het ras hoog op de ideologische en politieke agenda. Gemengde huwelijken werden enerzijds als een belangrijke bedreiging van het Germaanse bloed gezien. Anderzijds herkenden nazi-instellingen hun potentiaal om het proces van ‘Aufnording’ – i.e. de verhoging van het Noordse aandeel in de Duitse bevolkering – te bevorderen en de biologische en psychologische grondvesten van het ‘Grootgermaanse Rijk’ te leggen. Dit artikel richt zich op het huwelijk tussen Duitse en niet-Duitse Germaanse partners met bijzondere aandacht voor het Vlaams-Duitse huwelijk, waarbij tot dusver onontgonnen bronnen worden aangeboord. Met het oog op het polycratische karakter van het naziregime worden de standpunten van verschillende instanties – Hitler, de Partij, de legertop en de SS – en de resulterende regelgeving en instructies bestudeerd. Centraal staan de tegenstrijdige ideologische en pragmatische belangen die de opvattingen van de verschillende instanties schragen evenals het spanningsveld tussen ideologie, politiek, het publieke discours en de realiteit van het dagdagelijkse leven. Ten slotte leidt de reconstructie van de nationaalsocialistische huwelijkspolitiek en -praktijk enigszins onverwacht tot de vraag of en in hoeverre de nazimachthebbers de Vlamingen als ‘Germaans’ beschouwden.