“La Belgique a pris sa place dans le Céleste Empire”. Emmanuel de Wouters als diplomatiek adviseur in het semikoloniale Qing-China (1895-1899)
Na de Chinees-Japanse oorlog van 1895 begonnen de Westerse machten op een agressievere wijze het semikoloniale Qing-keizerrijk binnen te dringen. Deze inter-imperiale concurrentie stond de samenwerking en de continue uitwisseling van imperiale praktijken zeker niet in de weg en de mogendheden vonden elkaar onder meer in het opleggen van een gezamenlijk discours van moderniteit. Onder meer als lippendienst aan die "beschavingsstandaard" stelden de leiders van zulke semikoloniale staten Westerse diplomatieke raadgevers aan. Ook de Chinese regering deed een beroep op deze “experts”. De adviseurs hadden een ambivalente positie binnen zowel het Westers exploitatie- en expansieproces als de modernisatieprojecten van de semikoloniale entiteiten die hen in dienst namen. Hun unieke semiofficiële functie is echter nauwelijks bestudeerd. Steunend op enkele nieuwe historiografische inzichten binnen het veld van New Diplomatic History en New Imperial History gaat dit onderzoek dieper in op de rol van één van die bemiddelaars, namelijk de Belg Ridder Emmanuel de Wouters d’Oplinter, die als “juridisch adviseur” werd aangesteld door het Zongli Yamen, het Chinese bureau van Buitenlandse Zaken.