Burgemeesters in de vuurlinie. Lokale bestuurders in België en Noord-Frankrijk tijdens de Duitse invasie in 1914

Nederlands:

Wie er de hoofdstukken over de invasieperiode op naslaat in synthesewerken over bezet België en Frankrijk tijdens de Eerste Wereldoorlog, leest veelal hetzelfde verhaal. Centraal daarin staat steevast het buitensporige geweld van het Duitse leger ten aanzien van de burgerbevolking. Onlogisch is die grote aandacht voor deze ‘German Atrocities’ zeker niet. De Duitse gruweldaden kostten namelijk aan meer dan 6.000 Belgische en Noord-Franse inwoners het leven. Deze bijdrage argumenteert dat een al te eenzijdige focus op het excessieve Duitse geweld een meer divers beeld van de invasieperiode in de weg staat. Het riskeert dat bepaalde praktijken, patronen of gebeurtenissen aan de aandacht ontsnappen. Het optreden van de Belgische en Noord-Franse burgemeesters in die bewuste periode illustreert dat zeer goed. Historici zagen deze en andere lokale notabelen tot op heden in de eerste plaats als slachtoffers van de Duitse acties. Maar zo’n lezing doet afbreuk aan de situatie op het terrein. Burgemeesters legden namelijk heel wat activiteit aan de dag en bedienden zich tijdens de bewuste periode van allerlei strategieën om de burgerbevolking te vrijwaren van militair geweld. In sommige gevallen met succes.

Français :

Celui qui entreprend de se pencher, dans des travaux de synthèse relatifs à la Belgique et à la France occupées durant la Première Guerre mondiale, sur les différentes phases de (la période de) l’invasion peut d’ordinaire lire le même récit. La violence hors du commun de l’armée allemande à l’encontre des populations civiles en constitue généralement le point central. L’attention majeure accordée aux « German Atrocities » n’est assurément pas illogique. Les atrocités allemandes ont en effet coûté la vie à pas moins de 6.000 civils belges et français du nord. La présente contribution entend montrer  qu’un « focus » trop unilatéral sur les violences allemandes « brouille » une approche plus nuancée de la période de l’invasion. Le risque existe alors de voir des pratiques, des modèles (d’action), des faits spécifiques échapper à l’attention. L’intervention des bourgmestres belges et des maires français durant cette phase  chaotique du conflit se révèle très illustratif à cet égard. Jusqu’il y a peu, les historiens voyaient en eux les premières victimes des violences allemandes, quittes à y associer un certain nombre d’autres notabilités locales. Mais une telle lecture ne correspond pas à la situation sur le terrain. En effet, les bourgmestres ont poursuivi en fait l’essentiel de leurs activités et ont pu déployer durant cette période troublée différentes stratégies afin de protéger la population civile des exactions de la soldatesque. Et plus d’une fois, ils ont obtenu des succès certains.  

English :

Publications about the invasion period in synthesis works about occupied Belgium and France during the First World War often tell a similar story. Invariably, the central focal point is the excessive violence of the German army against the civilian population. The great attention to these "German Atrocities" is certainly not illogical. This violence took the lives of more than 6,000 Belgian and Northern French civilians. This contribution argues that an overly one-sided focus on the excessive German violence prevents a more diverse picture of the invasion period. There is a risk that certain practices, patterns or events will escape our attention. The actions of the Belgian and Northern French mayors in that particular period illustrate this very well. Until now, historians tend to view these and other local notables primarily as victims of German actions. But this does not reflect all of reality. In fact, mayors undertook a series of actions and used various strategies during this period to protect the civilian population from military violence. In some cases with success.