Giving voice to people in poverty in Belgian social policy making since the 1990s : A window of opportunity for a political demarche?

English:

The United Nations declared 17 October 1994 to be the first ‘World Day against Poverty’. On that occasion, the General Report on Poverty (GRP) was launched, which acquired a great symbolic value in the history of the fight against poverty in Belgium. The report is generally considered to be a significant milestone in Belgian’s poverty policy as it represents a public recognition of the interests and concerns of poor people, and installed the idea of giving voice to the poor as a new paradigm in social policy making in Belgium and Europe. Based on an extensive documentary analysis of ATD Fourth World and King Baudouin Foundation archives as well as oral history with seventeen key-stakeholders involved in the production process of the GRP, this article analyzes the different ways in which the idea of giving voice to the poor materialized throughout the three-year GRP production process. The GRP was processed by non-poor allies of the poor, professional social workers, politicians and other societal stakeholders as a rhetorical instrument in a complex power struggle over the correct interpretation of poverty, as well as the right representation of the poor. Our analysis shows that this complex power struggle is an inherent and vital aspect of participatory ventures that might lead to social justice and change rather than as an indirect issue to hide or dismiss. It might be a myth to expect that people in poverty could radically challenge and change socially unjust and often evident power relationships in societies on their own. However, our analysis is also an illustration of the vital complexity of such participatory ventures.

Français:

Les Nations Unies ont proclamé le 17 octobre 1994 première “Journée mondiale contre la pauvreté » . Pour la circonstance, un « Rapport général sur la Pauvreté » (R.G.P.) a été élaboré, qui a obtenu une grande valeur symbolique dans l’histoire du combat contre la pauvreté en Belgique. Ce « Rapport » est en général considéré comme une étape importante dans la gestion politique belge de la pauvreté parce qu’il induit une (forme de) reconnaissance publique dans l’intérêt et les soins apportés aux personnes socialement défavorisées. Il introduit en outre l’idée de donner une voix aux pauvres, et il s’agit d’un nouveau paradigme dans la gestion sociale en Belgique et en Europe. Sur base d’une analyse documentaire exhaustive des archives d’ « ATD-Quart-Monde » et de la Fondation Roi Baudouin, en plus d’un apport relevant de l’histoire orale avec pas moins de 17 parties prenantes majeures impliquées dans la rédaction du « Rapport général », cet article analyse les différentes manières par lesquelles l’idée de donner une voix aux pauvres  durant les trois ans du processus d’élaboration dudit « Rapport général ». Le « R.G.P. » en question a été manipulé par des  alliés des pauvres…qui l’étaient fort peu, depuis les travailleurs sociaux jusqu’aux politiciens, ainsi que d’autres parties prenantes sociales qui l’appréhendaient comme un instrument rhétorique dans une lutte complexe pour le pouvoir, en instrumentalisant la juste interprétation de la pauvreté et la représentation correcte des pauvres. Notre analyse montre que cette lutte de pouvoir est une propriété inhérente et vitale d’entreprises participatives qui peut mener à la justice sociale et au changement, au lieu de la cacher (la pauvreté) ou de la rejeter comme quelque chose de secondaire. C’est peut-être un mythe de s’attendre à ce que les personnes vivant dans la pauvreté puisent à elles seules remettre en question et changer radicalement des relations de pouvoir socialement injustes et cependant souvent bien réelles (et évidentes) dans la vie sociale. Cette analyse illustre pourtant aussi la complexité essentielle de ces entreprises participatives.

Nederlands:

De Verenigde Naties hebben 17 oktober 1994 uitgeroepen tot eerste 'Werelddag tegen de armoede'. Bij die gelegenheid werd het Algemeen Verslag over de Armoede (AVA) uitgebracht, dat een grote symbolische waarde verkreeg in de geschiedenis van de strijd tegen armoede in België. Het verslag wordt algemeen beschouwd als een belangrijke mijlpaal in het Belgische armoedebeleid omdat het een publieke erkenning inhield van de belangen en zorgen van arme mensen. Het introduceerde bovendien het idee om de stem van de armen ook een plaats te geven als een nieuw paradigma in de sociale beleidsvorming in België en Europa. Op basis van een uitgebreide documentaire analyse van de archieven van ATD Vierde Wereld en van de Koning Boudewijnstichting, alsook mondelinge geschiedenis met zeventien belangrijke stakeholders die betrokken waren bij de redactie van het AVA, analyseert dit artikel de verschillende manieren waarop het idee de stem van de armen zelf ook te laten horen tot stand is gekomen tijdens het drie jaar durende productieproces van het AVA. Het AVA werd door niet-arme bondgenoten van de armen, professionele maatschappelijk werkers, politici en andere maatschappelijke belanghebbenden gehanteerd als een retorisch instrument in een complexe machtsstrijd over de juiste interpretatie van armoede en de correcte vertegenwoordiging van de armen. Onze analyse toont aan dat deze complexe machtsstrijd een inherente en vitale eigenschap is van participatieve ondernemingen die kunnen leiden tot sociale rechtvaardigheid en verandering, in plaats van een te verhullen of verwerpen nevenaspect. Het is wellicht een mythe om te verwachten dat mensen in armoede in hun eentje sociaal onrechtvaardige en vaak overduidelijke machtsverhoudingen in de samenleving radicaal zouden kunnen aanvechten en veranderen. Onze analyse illustreert echter ook de essentiële complexiteit van dergelijke participatieve ondernemingen.