Le centre d'internement pour inciviques de Verviers (septembre 1944-novembre 1945) : la répression des collaborations dans les cantons de l'Est
Samenvatting
De oprichting van het interneringscentrum voor incivieken van Verviers in 1944 kadert in de repressiepolitiek ten aanzien van de collaboratie op het einde van de Tweede Wereldoorlog. Verviers werd door de geallieerden als verzamelcentrum voor vluchtelingen aangewezen, en beschikte naast een interneringscentrum ook over andere centra waar de bevolking die er bij de bevrijding in massa aankwam in groepen ingedeeld werd. Talrijke ver- dachten passeerden het interneringscentrum van Verviers voor ze naar huis konden. Een opmerkelijk gegeven is dat deze bevolking hoofdzakelijk uit inwoners van de Oostkantons (Eupen, Malmédy en Sankt-Vith) bestond. Dit geeft een idee van de repressie die gevoerd werd in de gebieden in het Oosten van België die geannexeerd waren door Nazi-Duitsland in 1940, en op dat moment de bevolking een andere nationaliteit oplegde. Dit nieuw burgerschap bracht ook de verplichte inlijving van jonge mannen in de Wehrmach1 mee. De inwoners van de Oostkantons, die in 1920 door het Verdrag van Versailles Belgen geworden waren, werden in 1940 opnieuw Duitsers om dan na de bevrijding het Belgisch burgerschap terug te krijgen. In het begin werden deze gebeurtenissen toegedekt door de autoriteiten die verantwoordelijk waren voor de repressie de er op volgde. De inwoners van de Oostkantons werden op dezelfde manier behandeld als alle andere Belgen. De archieven van het interneringscentrum van Verviers zijn zeer verhelderend wat betreft deze onbuigzame repressie. De meeste geïnterneerden waren afkomstig van de Oostkantons en heel wat beschuldigingen betroffen wapendracht tegen België, relaties met de vijand en verklikkingen. De repressie was aanvankelijk hard maar zoals in de rest van het land kwam er gauw een versoepeling. Een beleid specifiek voor de Oostkantons werd uitgewerkt. De epuratiepolitiek was extreem en onrechtvaardig ten opzichte van velen, maar een mogelijke medeplichtigheid van sommige inwoners van de kantons met de Duitsers mag hierbij niet vergeten worden.
Résumé
La création du centre d’internement pour inciviques de Verviers en 1944 s’inscrit dans la poli- tique de répression des collaborations au sortir de la Seconde Guerre mondiale. La ville de Verviers, prise par les Alliés comme centre de rassemble- ment des réfugiés, est dotée d’un centre d’internement mais également d’autres institutions de tri des populations arrivées en masse à la libération. De nombreux suspects transitent par le centre d’internement pour inciviques de Verviers, avant d’être rapprochés de leur lieu de domicile. Une donnée marquante est sa population, composée majoritairement d’habitants des cantons de l’Est (Eupen, Malmedy et Saint-Vith). Cela nous donne un aperçu de la répression exercée dans les territoires de l’Est de la Belgique, annexés par l’Allemagne nazie en 1940, entrainant ainsi un changement de nationalité pour la population. Cette nouvelle citoyenneté engendre l’in- corporation obligatoire dans la Wehrmach1 pour les jeunes hommes. Les habitants des cantons de l’Est, devenus belges en 1920 par le Traité de Versailles, redeviennent allemands en 1940 avant de récupérer la citoyenneté belge à la libération. Les autorités, responsables de la répression qui s’ensuit, occultent ces bouleversements majeurs dans un premier temps. Les habitants des cantons de l’Est sont traités de la même manière que tous les autres Belges. Les archives du centre d’internement de Verviers sont révélatrices de cette répression intransigeante. La majorité des internés proviennent des cantons de l’Est et on retrouve beaucoup de chefs d’accusations de port d’armes contre la Belgique, de relations entretenues avec l’ennemi ou encore de dénonciations. Si la répression est dure dans un premier temps, elle va cependant s’adoucir par la suite comme dans le reste du pays, et une politique propre aux cantons est mise en place. Si la politique d’épuration a été excessive et injuste envers de nombreux indivi- dus, il ne faut pas pour autant évincer la question d’une éventuelle complicité de certains habitants des cantons avec le système nazi.
Abstract
The creation of the internment centre for persons suspected of collaboration in Verviers in 1944 is part of the politics of purges after the Second World War. Verviers was designated as an assembly station for refugees by the Allies. Besides an internment centre, Verviers also had other centres where people that arrived en masse at the liberation were divided into groups. Many persons suspected of collaboration or war crimes transited through the internment centre of Verviers before arriving home. Remarkable is that this population mainly consisted of inhabitants of the East Cantons (Eupen, Malmédy and Sankt-Vith). This gives an idea of the purge that was carried out in the areas in the east of Belgium that were annexed by Nazi Germany in 1940. The inhabitants of these areas also received a different nationality at this time. This new citizen- ship also involved the compulsory recruitment of young men in the Wehrmach1. The people of the East Cantons, who had become Belgian citizens through the Treaty of Versailles in 1920, became Germans again in 1940, to regain the Belgian citizenship after the liberation. At first, these events were covered up by the authorities responsible for the post-war purges. The inhabitants of the East Cantons were treated in the same way as other Belgians. The archives of the internment centre of Verviers shed light on these severe purges. Most internees were from the East Cantons and the accusations against them often concerned the bearing of arms against Belgium, relations with the enemy or denunciations. The purge was at first severe, but would, as in the rest of the country, soon be mitigated. It was extreme and unjust towards numerous persons, but in this context, a possible complicity of some inhabitants of the cantons with the Germans must be taken into account.