'Een kwaad om een groter te vermijden'. De dienstplicht van de Belgische geestelijkheid volgens de militiewet van 1921.
De militiewet voor de klassen 1920,1921 en 1922 wees de bedienaren van de eredienst, seminaristen, missionarissen en religieuzen van ambtswege toe aan de hulptroepen van de Medische Dienst. In een opleidingscentrum dat hen werd voorbehouden zouden ze in vredestijd een opleiding tot militair brancardier-ziekenverpleger ontvangen. Voor het eerst in de Belgische geschiedenis kwamen Kerk en Staat tot een overeenkomst over een reële militaire opleiding voor de geestelijkheid in vredestijd.